4 Aardappelen
1 ui
6 tenen knoflook
2 tl komijnzaad
3 to 6 grote rode pepers
1 tl zout
1 tl zwarte peper,
1 tl korianderpoeder,
1 tl uipoeder
2 tl kippenbouillonpoeder
1 afgestreken eetlepel suiker.
1 el witte natuurazijn
Schil eerst de aardappelen. 4 vastkokende piepers moeten genoeg zijn.
Kook ze dan meteen ook gaar, maar zorg dat ze niet te zacht worden.
De gekookte aardappelen moeten daarna geprakt worden.
Snipper dan een uitje. De grootte luistert niet zo nauw, maar hak ‘m niet te fijn. Je wilt enige textuur in je Poldersambal hebben!
Hak ook 6 of 7 tenen knoflook fijn.
Verhit een pannetje en rooster daarin 2 of 3 theelepels komijnzaad. Hou de pan in beweging om te voorkomen dat de zaadjes onregelmatig roosteren.
Je hebt 3 of 4 rode pepers nodig, maar niets staat je in de weg om er een paar bij te voegen. Dat is dan wel een hele pittige dosering. Maar ja, voor velen geldt: ‘Hoe heter, hoe beter!’
De zaden van deze rode pepers voeg ik tegelijk met de komijnzaadjes toe. Daarom werk ik ze eruit voordat ik de pepers verder verwerk.
Dan hak je de rode pepers in stukjes, maar niet te klein.
Dan verhit je in een pan 100 ml zonnebloemolie.
Hierin fruit je op halfhoog vuur de ui en de knoflook. totdat het hier en daar gaat bruinen.
Dan kunnen de pepers d’rbij!
Uiteraard roer je regelmatig de bestanddelen door de pan.
Intussen kun je de komijnzaden en de zaden van de peper toevoegen in de pan.
Een minuut later kun je de aardappelen erbij voegen. Niet alles in één keer. Kijk zelf of de verhoudingen je bevallen.
Roer de massa in de pan goed homogeen.
Dan kun je de specerijen en de suiker toevoegen.
Het zuurtje dat in de sambal hoort komt van de witte natuurazijn.
En dan plaats je de pan op een sudderplaatje met een deksel erop om een kwartiertje zachtjes te pruttelen.
Vergeet niet te proeven!
Je kunt deze aardappelsambal overal bij eten.